De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, heeft een man vrijgesproken die terecht stond wegens poging tot doodslag op twee politieagenten. Uit het strafdossier bleek met onvoldoende zekerheid dat de beklaagde met zijn voertuig een frontale rijbeweging op de beide politie-inspecteurs heeft uitgevoerd, en hij bijgevolg mogelijks de dood van deze beide personen had willen veroorzaken.
Feiten
Op 24 augustus 2024 willen twee politie-inspecteurs aan de Gasmeterlaan in Gent een geparkeerd voertuig (BMW) controleren. Ondanks hun aanmaningen aan de chauffeur om zich opnieuw te parkeren en het wederzijdse oogcontact trekt de bestuurder van de BMW hard op en ontvlucht hij de plaats, daarbij rijdend in de richting waar beide inspecteurs stonden. Eén van hen trekt zijn dienstwapen en vuurt meerdere malen naar het linker voorwiel van het voertuig. Daarna zetten beide agenten met hun dienstvoertuig de achtervolging in.
In de Sloepstraat wordt de witte BMW teruggevonden. Het voertuig is beschadigd (linker voorband kapot, linker mistlicht weg, richtingaanwijzer rechts vooraan hangt volledig uit de carrosserie). De bestuurder is verdwenen, maar wordt later door de hondenbrigade aangetroffen in de Morekstraat te Wondelgem. In deze straat hangen verschillende camera’s: de beelden worden in beslag genomen.
De chauffeur blijkt bij zijn arrestatie niet onder invloed van drugs of alcohol te zijn. Hij zou wel afhankelijk zijn van medicatie in de vorm van kalmeringsmiddelen, en geeft een versufte indruk. Hij stelt dat hij zich psychisch niet goed voelt en zelfmoordgedachten heeft.
Volgens de beklaagde was er geen oogcontact en heeft hij de agenten ook niet horen roepen. Hij zag de beide agenten pas toen ze naast zijn auto stonden. Hij is daarop gevlucht, maar het was absoluut niet zijn bedoeling om de agenten aan te rijden. Hij verklaarde ook dat zijn voertuig in orde was met de verzekering en de inschrijving. Alleen de nummerplaat was vuil.
Tenlasteleggingen
Op basis van deze feiten moest de chauffeur zich als beklaagde verantwoorden voor poging tot doodslag.
Bepaling van de schuldvraag
Poging tot doodslag
De rechtbank oordeelde dat deze feiten geen poging tot doodslag uitmaken. Bij haar beoordeling hield de rechtbank onder andere rekening met de volgende elementen:
- Uit het strafdossier bleek met onvoldoende zekerheid dat de beklaagde met zijn voertuig een frontale rijbeweging op de beide politie-inspecteurs heeft uitgevoerd, en hij bijgevolg mogelijks de dood van deze beide personen had kunnen veroorzaken. De rechtbank verwijst in dit verband naar de opgenomen camerabeelden aan de Gasmeterlaan, waarop cruciale seconden ontbreken. Hierdoor heeft de rechtbank geen zicht op de rijbeweging die de beklaagde met zijn voertuig heeft uitgevoerd, noch op de plaats waar de agenten zich toen bevonden. Het was zodoende ook niet waar te nemen of zij al dan niet zijn moeten wegspringen en waar het voertuig zich bevond toen de ene agent de schoten heeft gelost.
- Door het ontbreken van beeldmateriaal van deze cruciale seconden is er een zuivere woord-tegen-woord situatie ontstaan: enerzijds de verklaringen van de beklaagde en anderzijds de inhoud van het aanvankelijk proces-verbaal dat is opgesteld door de twee politie-inspecteurs.
- Uit het strafdossier blijkt evenmin met afdoende gerechtelijke zekerheid dat de beklaagde bij het aanzetten met zijn voertuig op de Gasmeterlaan de intentie had om beide inspecteurs te doden. Zo is er onder andere een getuigenis van een buurtbewoonster: zij verklaarde dat ze niet de indruk had dat de beklaagde de politie-inspecteurs wilde aanrijden, maar dat hij eerder wilde vluchten. Ze zag ook geen van de inspecteurs wegspringen.
- Het profiel van de beklaagde dat niet meteen aansluit bij dat van een agressieveling die moeilijk kan omgaan met autoriteit (zoals blijkt uit zijn strafrechtelijk verleden).
Gewapende weerspannigheid
De rechtbank oordeelde dat ook het misdrijf gewapende weerspannigheid in hoofde van de beklaagde niet kon worden weerhouden. De beklaagde wenste zich weliswaar te onttrekken aan de politie-inspecteurs, uit het strafdossier blijkt niet dat hij bij hen een vrees voor een dreigend kwaad heeft willen opwekken door met zijn voertuig een rijbeweging in hun richting te hebben gemaakt.
Vrijspraak
De rechtbank heeft de beklaagde zodoende vrijgesproken.