Beklaagde krijgt gevangenisstraffen met probatie-uitstel na dodelijk verkeersongeval en vluchtmisdrijf
De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen - afdeling Oudenaarde heeft een man veroordeeld tot onder andere gevangenisstraffen met probatie-uitstel wegens het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval en het plegen van vluchtmisdrijf. Via de opgelegde probatievoorwaarden benadrukt de rechtbank het belang van een langdurige opvolging en begeleiding van de beklaagde. Die was, net als het openbaar ministerie, tegen het vonnis van de politierechtbank in Oudenaarde in beroep gegaan.
Feiten
Op 23 april 2023 wou een groep wielertoeristen de N60 in Oudenaarde – ter hoogte van de Watermolenstraat – kruisen. Twee wegkapiteins hadden het verkeer stilgelegd zodat de groep veilig kon oversteken. Het verkeer kwam hierdoor op de beide rijstroken tot stilstand.
De beklaagde reed echter de stilstaande voertuigen voorbij via de voorsorteerstrook. Toen hij links afsloeg, reed hij het slachtoffer aan. De beklaagde reed hierna onmiddellijk door, zonder aandacht te schenken aan mogelijke slachtoffers. De aangereden fietser werd zwaar gewone naar het ziekenhuis gebracht, waar hij nadien aan zijn verwondingen overleed.
De beklaagde begaf zich na het ongeval naar zijn vriendin. Zijn moeder kwam ter plaatse bij de vriendin. Na het voertuig van de vriendin te hebben opgepikt bij zijn ouderlijke woning bood de beklaagde zich aan bij de politie. Er werd een alcoholtest afgenomen, maar geen drugstest. De beklaagde bleek geïntoxiceerd (0,55 mg/l UAL zijnde 1.3 promille). Als gevolg van deze feiten werd de beklaagde aangehouden.
Veroordeling politierechtbank Oudenaarde
De beklaagde werd op 29 november 2024 door de politierechtbank in Oudenaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, een geldboete van 8.000 euro en een rijverbod van vijf jaar wegens het onder invloed veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. Voor het vluchtmisdrijf werd de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, een geldboete van 6.400 euro en een rijverbod van drie jaar.
Bijkomend moest de beklaagde slagen voor de theoretische, praktische, psychische en medische proeven als hij nadien opnieuw een voertuig wou besturen. Hij werd ook ongeschikt verklaard om een voertuig te besturen.
De beklaagde ging tegen dit vonnis in beroep, maar enkel wat betreft de opgelegde gevangenisstraf. Ook het openbaar ministerie tekende hoger beroep aan, en dat tegen de strafmaat.
Veroordeling correctionele rechtbank Oudenaarde
De rechtbank van eerste aanleg in Oudenaarde heeft het vonnis van de politierechtbank bevestigd, met uitzondering van de volgende aspecten:
-
De opgelegde gevangenisstraf voor het onder invloed veroorzaken van het dodelijke verkeersongeval werd verhoogd van 30 maanden naar 3 jaar.
- Voor de opgelegde gevangenisstraffen (zowel voor het onder invloed veroorzaken van het ongeval als voor het vluchtmisdrijf) wordt nu probatie-uitstel verleend voor de maximumperiode van 5 jaar (met uitzondering voor de periode die de voorlopige hechtenis overstijgt).
Naast de drie wettelijke voorwaarden zijn aan dit toegekende probatie-uitstel meerdere geïndividualiseerde voorwaarden verbonden. Zo werd aan de beklaagde onder meer een totaal alcohol- en drugsverbod opgelegd, en moet hij zich op regelmatige basis laten controleren aan de hand van bloed- en urinetesten. Daarnaast moet hij de burgerlijke partijen vergoeden en hiervan de bewijzen leveren, en mag hij zijn werk niet door eigen toedoen verliezen.
Motivering rechtbank
De rechtbank hield bij haar beoordeling rekening met volgende elementen:
- De bijzondere ernst van de bewezen verklaarde feiten, en de onherstelbare schade die de beklaagde door zijn handelen toebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer.
-
De persoonlijkheid, de gezinstoestand, de arbeidssituatie en het strafrechtelijk verleden van de beklaagde (waaronder drie veroordelingen voor verkeersinbreuken, waarvan twee wegens dronken en/of geïntoxiceerd sturen).
-
De aard van de feiten, waaronder het gepleegde vluchtmisdrijf: dit getuigt van een nonchalance die niet meer verenigbaar is met de geëiste voorzichtigheid en zorgvuldigheid van een normale deelnemer aan het wegverkeer.
-
Een effectieve vrijheidsstraf is naar het oordeel van de rechtbank niet absoluut noodzakelijk om de maatschappij te beveiligen. Veeleer moet gedacht worden aan een langdurige opvolging en begeleiding van de beklaagde. Dit kan in het (juridisch afdwingbaar) kader van een probatiestructuur. Het opvolgen van de alcoholproblematiek van de beklaagde, waarin de feiten hun oorsprong vinden, vormt samen met de bijkomende straffen (zoals het rijverval en de opgelegde proeven) de beste garantie om recidief gedrag op duurzame wijze te voorkomen. Als de beklaagde nieuwe misdrijven pleegt of zijn voorwaarden niet stipt naleeft, kan de uitgestelde straf alsnog integraal worden uitgevoerd.
-
De voorwaardelijke bestraffing laat bovendien ook slachtoffergerichte maatregelen toe, zoals het nemen van financiële verantwoordelijkheid door het vergoeden van de nabestaanden van het slachtoffer.