Beschuldigde veroordeeld tot levenslange opsluiting wegens doodslag op zijn vrouw en moord op zijn zoontje
Het hof van assisen Oost-Vlaanderen heeft een Turkse man schuldig verklaard aan doodslag op zijn vrouw en moord op zijn zoontje. Hij werd veroordeeld tot een levenslange opsluiting. De voorwaardelijke invrijheidstelling of de voorlopige invrijheidstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied kan pas worden toegekend als de veroordeelde twintig jaar van deze straf heeft ondergaan.
Feiten
Op 3 december 2022 meldt een Turkse man zich bij de politie van Dendermonde. Hij verklaart dat hij zijn vrouw en zijn zoon heeft gedood. De politie treft op het appartement van het Turkse gezin effectief de lichamen aan van een vrouw en een vijfjarig jongetje. De vrouw bleek bovendien reeds enkele maanden zwanger van een meisje.
De vrouw en het jongetje blijken door verstikking, met kenmerken van wurging en mogelijks smoring, om het leven te zijn gebracht. De beschuldigde verklaart dat hij onder invloed van drugs en alcohol was op het moment van de feiten.
Verschijning door het hof van assisen
De man moest zich verantwoorden voor het hof van assisen in Gent wegens doodslag en moord. Het proces startte op 12 november 2025 en liep tot en met 19 november 2025.
Beschuldiging en strafmaat
Na afloop van de getuigenverhoren en de pleidooien verklaarde de jury de beschuldigde schuldig aan doodslag op zijn vrouw en moord op zijn zoontje.
Het hof van assisen heeft de beschuldigde hiervoor veroordeeld tot levenslange opsluiting. Hij verliest ook levenslang alle burgerrechten.
Motivering schuld
De volksjury hield met verschillende elementen rekening om de beklaagde schuldig te verklaren aan doodslag en moord:
-
De beschuldigde erkende op de rechtszitting uitdrukkelijk dat hij de keel van beide slachtoffers heeft toegesnoerd. Hij beschreef hoe hij zijn echtgenote naar adem zag happen en toch verder deed, en hoe hij vervolgens ook zijn zoon heeft gedood. Hij had hierbij duidelijk het oogmerk om de slachtoffers te doden. Hij wist dat deze handelingen hun dood zouden veroorzaken en hij wilde dat ook op dat moment. Dit betwistte hij niet.
- De beschuldigde handelde ‘met volle kennis van zaken’. Ondanks het drempelverlagend effect van drugs en alcohol wezen de psychiaters-deskundigen er op dat hij verantwoordelijk bleef voor zijn gedrag. Hij is tevens volledig toerekeningsvatbaar en leed niet aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden ernstig heeft aangetast.
- Uit de debatten bleek niet met voldoende zekerheid dat de beschuldigde zijn vrouw met voorbedachten rade heeft gedood. Er kwamen onvoldoende aanwijzingen naar voor dat hij het dodelijk geweld op voorhand zou hebben doordacht. Op basis van het onderzoek kan niet worden uitgesloten dat het ging om een impulsieve aaneenschakeling van zware geweldplegingen ter gelegenheid van een echtelijke ruzie. Op dat ogenblik van de geweldpleging zelf had de beschuldigde zonder de minste redelijke twijfel het oogmerk om zijn vrouw te doden, maar zonder dat er sprake was van voorbedachtheid daaromtrent. Omdat de jury enkel over de eigen verklaring van de beschuldigde beschikt, moet die twijfel in zijn voordeel worden geïnterpreteerd.
- De beschuldigde heeft wél vooraf weloverwogen de beslissing genomen om zijn zoontje te doden. Dat blijkt uit zijn eigen verklaring waarbij hij na het doden van zijn vrouw minstens een kwartier op bed zat voordat zijn zoontje de kamer binnenkwam. Het staat vast dat hij in die tijdspanne heeft stilgestaan bij het lot van zijn zoon. Hij nam vervolgens de beslissing om de deur te openen, zijn zoontje binnen te laten en hem vervolgens zonder enige aarzeling te doden. Dit toont de voorbedachtheid aan.
- De wijze waarop de beschuldigde de feiten pleegde, met inbegrip van de voorbedachtheid voor wat zijn zoontje betreft, is ook congruent aan het profiel van een persoon met duidelijke antisociale en narcistische persoonlijkheidskenmerken (zoals geschetst door de psycholoog-deskundige en de psychiaters-deskundigen).
Motivering strafmaat
Het hof baseerde zich bij het bepalen van de strafmaat op volgende elementen:
- Bij samenloop van verschillende misdaden wordt alleen de zwaarste straf uitgesproken.
- In onze maatschappij is het leven het hoogste goed dat het grootste respect en de hoogste bescherming verdient. Het leven van iemand anders ontnemen raakt de getroffenen in de kern van hun bestaan, bezorgt enorm leed aan hun omgeving en tast de essentie van onze samenleving aan.
- De beschuldigde heeft op gruwelijke wijze zijn zwangere vrouw gedood en zijn kind vermoord. Beide slachtoffers hebben doodsangsten uitgestaan vooraleer zij uiteindelijk gewelddadig zijn gedood. Na het overlijden goot de beschuldigde toiletreiniger op het gezicht van zijn echtgenote, als ultieme vernedering. De gruwelijkheid van de feiten en de ingesteldheid waarmee de beschuldigde die pleegde, laten geen plaats voor verzachtende omstandigheden.
- De beschuldigde veroorzaakte zo onpeilbaar leed aan de nabestaanden van de slachtoffers.
- Gezien het verhoogd recidivegevaar in hoofde van de beschuldigde kan de voorwaardelijke invrijheidsstelling of de voorlopige invrijheidsstelling met het oog op de verwijdering van het grondgebied pas worden toegekend nadat hij twintig jaar van zijn straf heeft ondergaan.